Wat als je door de ziekte van Parkinson niet meer kan werken? Stilzitten was voor Jan Fieten (61) uit Koekange geen optie. Dus toen metselen niet meer lukte, startte hij met het bouwen van kippenhokken. ‘Stilstand is achteruitgang.’
Jan Fieten krijgt in het voorjaar van 2016 de diagnose parkinson. ‘Ik had toen al een tijdje klachten, was al een paar keer bij de huisarts geweest met klachten over mijn linkerarm. Die was pijnlijk en ik had minder kracht in de armen. De huisarts kon toen niet vinden wat het was. Later liep ik ook bij de fysiotherapeut. Maar daar kwam ik elke keer met meer pijn vandaan dan dat ik heenging. Uiteindelijk kwam toch de diagnose. De ziekte van Parkinson.’
Vera, zijn vrouw, vult aan. ‘Parkinson begint heel verschillend. Zelf werk ik ook in de zorg, maar ik ken het begin van de ziekte ook niet. Pas toen bekend was dat het parkinson was, vielen veel dingen op zijn plaats. Zoals krachtverlies, minder mimiek in het gezicht, geen controle over de arm en hand.’
Jan is dan nog metselaar, maar door de ziekte van Parkinson gaat dat steeds minder goed. ‘Ik heb nog een jaartje of drie á vier kunnen werken. Op een gegeven moment waren dat nog maar drie uurtjes op een dag. Mijn lichaam kon het zware werk niet meer aan. Het was elke dag een strijd om op te staan en weer aan het werk te gaan.’
Met hout in plaats van stenen
Toch was thuiszitten niks voor Jan. Vera: ‘Jan heeft inwendige onrust in het lichaam. Veel mensen denken bij parkinson dat je lichaam trilt, maar dat heeft Jan niet.’ Jan is dan ook veel buitenshuis te vinden. ‘Ik zag er tegenop om elke dag thuis te zitten, helemaal in de winterperiode. Gelukkig ontdekte ik een nieuwe hobby: het maken van kippenhokken.’ Het begon met wat houten balkjes die Jan kocht. ‘Mijn vrouw Vera zei nog: wat moet je ermee? Maar ik wist dat er vanzelf een idee zou komen bovendrijven. En toen kwam spontaan het idee voor het maken van een kippenhok. Ik heb mijn hele leven in de stenen gezeten en nu werk ik met hout.’
Van pipowagen tot volkswagenbusje
Inmiddels heeft Jan al vijf kippenhokken gebouwd. En het zijn geen gewone hokken, zoals je hierboven op de foto’s ook kunt zien. Zo bouwde hij al een pipowagen, een volkswagenbusje, een bakfiets én een schaalmodel van hun eigen huis. Met een hok is hij zo’n maand of vier bezig, niet continue, maar telkens een stuk. Wat maakt het bouwen van kippenhokken nou dé hobby voor Jan? ‘Het is bezigheidstherapie. Het is belangrijk dat je de dag goed doorkomt. Mijn motto: stilstand is achteruitgang.’ Vera vult aan: ‘We hebben een dubbele garage waar Jan bezig kan zijn. Op zondag doen we niet zo heel veel, dan merk je meteen dat hij ook meer last heeft. Elke dag bezig zijn is voor hem eigenlijk beter dan stilzitten.’ Jan: ‘En regelmaat houden werkt ook. Met bewegen, maar eigenlijk met alles, ook met eten en drinken bijvoorbeeld.’
Jan is net weer begonnen met een nieuw project. Of het een speciaal type is? ‘Het wordt wel weer een leuk ding, maar ik weid er nog niet over uit. Ik kan niet alles verklappen natuurlijk.’
Lastige handelingen
Sommige handelingen bij het bouwen zijn door de jaren heen door de ziekte van Parkinson trouwens wel iets lastiger geworden. ‘Op een gegeven moment word je toch moe. Het contact tussen de hersenen en de handen is er dan niet. Daar word ik dan wel een beetje gefrustreerd van. Het lukt wel, maar niet zoals ik het gewend ben. In plaats van een paar minuten ben je dan een half uur bezig. Het ene moment kun je dat beter hebben dan het andere.’ Vera is het extra paar handjes dat Jan soms nodig heeft. ‘Mijn vrouw doet de finishing touch, het verfwerk en zo.’
De ziekte mag dan soms opspelen, klagen zit niet in zijn aard. En het gaat naar omstandigheden best goed. Vorige maand trouwde de oudste dochter van Jan en Vera. Vera: ‘Heeft hij het toch mooi de hele avond volgehouden, tot twaalf uur.’ Jan: ‘Inclusief dansen.’
Bekijk de kippenhokken van Jan
In deze video van RTV Drenthe zie je precies hoe de kippenhokken van Jan eruit zien.
Wat is het toch fijn als je een hobby hebt waarin je je ei kwijt kan. Zo kan Mariette niet zonder boksen. Anderen gaan op dansles of zingen in een koor.